Een lager schooladvies, stagediscriminatie en uitsluiting: barrières waar scholieren met een niet-Europese herkomst vaker mee te maken krijgen dan scholieren met een Nederlandse of Europese afkomst. Onderzoeken laten dan ook zien dat de eerste groep minder vaak doorstroomt naar de universiteit, of doorstroomt via het hbo en soms ook het mbo. Crul ziet deze ontwikkeling ook terug in het CBS-onderzoek. Al is er ook reden voor optimisme, vindt hij. “De twee klassieke grote migrantengroepen (van Turkse en Marokkaanse afkomst) met een Nederlandse vooropleiding nemen langzaam in aantallen toe op de universiteiten in de Randstad. Dit loopt gelijk met het omvangrijker worden van de tweede generatie en de langzaam oplopende deelname aan havo en vwo onder deze groepen. De toename is echter minder groot dan verwacht mag worden op basis van het aantal havo- en vwo-leerlingen met een Marokkaanse of Turkse afkomst.”
VU Amsterdam
Op de VU is er met name een sterke stijging van het aantal studenten van Marokkaanse afkomst (een verdriedubbeling ten opzichte van 2008) en van Aziatische studenten met een Nederlandse vooropleiding. Studenten van Marokkaanse (maar ook Turkse afkomst) zijn sterk vertegenwoordigd in de Rechtenfaculteit. Het aantal bachelorstudenten met een migratieachtergrond met een Nederlandse vooropleiding aan de VU in 2022 is 37%. Dezelfde uitkomst zien we voor masterstudenten. Bij de VU is hun aandeel sinds 2008 ook het sterkst toegenomen.
Stapelroute
Volgens Crul kiezen scholieren met een migratieachtergrond vaker voor een zogenaamde ‘stapelroute’ waarmee ze via het hbo, of zelfs mbo, doorstromen naar de universiteit. “Deze route hangt vaak samen met een te laag ingeschat basisschooladvies en minder toegang tot havo/vwo scholen op basis van een vmbo-t advies in vergelijking met kinderen uit midden en hogere klasse gezinnen van Nederlandse afkomst.” We zien dan ook in de cijfers terug dat bachelorstudenten met een migratieachtergrond minder vaak een masteropleiding gaan doen. En dat heeft ook gevolgen voor je latere carrière, zegt hij. “Universitair geschoolde studenten stromen vaker door naar managementfuncties op het hoogste niveau en hbo-studenten gaan vaker aan het werk op middenniveau. En dat heeft ook consequenties voor je inkomen.”
Het probleem met het onderwijssysteem in Nederland is volgens Crul dat een kind al op twaalfjarige leeftijd een schoolrichting moet kiezen. In Zweden selecteren ze kinderen pas op vijftienjarige leeftijd. “En daar gaan twee keer zoveel Turkse tweedegeneratiejongeren naar het hoger onderwijs dan in Nederland, blijkt uit een groot Europees onderzoek. Dus dat is een duidelijk signaal.”
Via hbo naar de VU
Ook aan de VU komen veel van de studenten met een migratieachtergrond binnen met een hbo-vooropleiding. Voor studenten met een Marokkaanse migratieachtergrond was dit aandeel in 2022 een kwart en voor de studenten met een Turkse migratieachtegrond was dit zelfs een derde. Ter vergelijking: voor studenten van Nederlandse afkomst gold dit slecht voor een op de vijf studenten. De stapelroute blijft dus nog steeds een belangrijke route voor studenten met een migratieachtergrond. Daar is in 14 jaar weinig verandering gekomen.
Over de cijfers
Voorheen hadden universiteiten zelf inzicht in de diversiteit van hun studentenpopulatie, maar vanwege verscherpte privacywetgeving levert DUO sinds 2018 niet standaard meer data aan over het geboorteland van studenten. Tegelijkertijd hebben veel universiteiten juist rond die tijd Diversity Offices opgezet, om de instroom en doorstroom van studenten met een migratieachtergrond aan te jagen. Het tekort aan data maakte hun werk moeilijker, omdat zij hun beleid en interventies niet konden meten en evalueren.