Het onderzoek laat zien dat overstromingsrisico's vooral voor migratiestromen binnen landsgrenzen zullen zorgen, in plaats van internationaal. Uit modelstudies blijkt dat tegen het einde van deze eeuw alleen al vanuit de kustgebieden tientallen miljoenen mensen zouden kunnen migreren vanwege toegenomen overstromingsrisico. Duijndam onderzocht zes verschillende landen: Vietnam, Nederland, Frankrijk, Argentinië, Mozambique en de Verenigde Staten.
Kennis en beleid
Met zijn onderzoek probeerde Duijndam beter te begrijpen welke factoren migratie beïnvloeden in verschillende landen wereldwijd. Deze inzichten zijn van cruciaal belang voor beleidsvorming over migratie onder klimaatverandering, het verbeteren van migratievoorspellingen, en rechtvaardig klimaatbeleid. Migratie is een groot thema in de politiek op dit moment.
Meer factoren beïnvloeden migratie
De relatie tussen overstromingsrisico en migratie is echter niet vanzelfsprekend. Er wordt verwacht dat naast het risico op natuurrampen ook vele andere factoren migratie beïnvloeden, en dit verschilt per context van een land. ‘’Wanneer mensen bijvoorbeeld hun huis ophogen om het te beschermen tegen overstromingen, zijn ze een stuk minder snel geneigd om te migreren. Daarnaast zien we dat de verwachte kosten van migratie en het inkomen van mensen een veel grotere rol spelen in de beslissing om te migreren in lagere inkomenslanden dan in hogere inkomenslanden. Dit weerspiegelt grote financiële ongelijkheid in het maken van migratiekeuzes’’, legt Duijndam uit.
Invloed van overheden
Met dit onderzoek kunnen overheden migratie beter sturen, omdat nu inzichtelijk is welke factoren migratie beïnvloeden. Zo kunnen overheden huishoudens financieel stimuleren om zelf overstromingsmaatregelen te nemen. Maar er zijn ook grote verschillen in bepalende elementen van migratie tussen landen, waar overheden rekening mee moeten houden. Een effectieve aanpak in het ene land is dus niet per se effectief in het andere.