Welk scenario leidt tot de optimale balans tussen opbrengsten en verlies voor de samenleving?
Gerard is universitair hoofddocent milieueconomie. Om zijn resultaten uit te leggen vertelt hij eerst meer over CO2-uitstoot en -afvang. ‘We willen als samenleving de CO2-uitstoot beperken,’ vertelt hij. ‘Het broeikasgas CO2 leidt namelijk tot opwarming van het klimaat. CO2 is de scheikundige benaming van kooldioxide en komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen. Het mondiale klimaatdoel is om de opwarming tegen het jaar 2050 binnen de 2°C te houden. Bij dat doel hoort een koolstofbudget.’
Het beperken van temperatuurstijging is, naast het verminderen van CO2-uitstoot, mogelijk met twee technieken: CO2-afvang en CO2-opslag.
- Bij CO2-afvang wordt koolstof bij verbranding afgevangen en ondergronds opgeslagen in zoutwaterhoudende lagen of lege gasvelden.
- De afgevangen CO2 kan ook worden gebruikt: door CO2 in actieve olie- en gasvelden te pompen wordt de druk daar hoger. Zo wordt toekomstige olie- en gaswinning makkelijker en dus goedkoper.
Achteraf ingrijpen
Bij CO2-afvang en -opslag grijp je dus eigenlijk pas aan het einde van het uitstootproces in, in plaats van vooraf. Is dat wel gewenst? Gerard: ‘CO2-afvang is voorlopig onvermijdelijk in een deel van de zware industrie. Voor staal- en kunstmestproductie moet je flink verhitten. Ook de productie van cement leidt tot CO2-uitstoot. Daar is nog geen duurzaam alternatief voor dat betaalbaar is. Zonder CO2 af te vangen wordt de energietransitie dus duurder. En het is belangrijk om de energietransitie betaalbaar te houden, omdat er anders geen politiek en maatschappelijk draagvlak voor is.’
Niet dé oplossing, maar acceptabel in de tussentijd
CO2-afvang, -gebruik en -opslag is dus nodig om de overgangsperiode van fossiele naar duurzame energie enigszins betaalbaar te houden. Maar: het is niet de enige manier om de temperatuurstijging van de aarde in te dammen, benadrukt Gerard. ‘Vergroenen is het grootste deel van de oplossing. Dat betekent minder fossiele brandstoffen en meer hernieuwbare energie. We gaan de klimaatdoelstelling niet halen als we altijd olie en gas blijven gebruiken.’
Hoeveel CO2 we in de overgangsperiode moeten afvangen, gebruiken en opslaan heeft Gerard onderzocht. Onder welke voorwaarden en in welke fase kunnen we die technieken optimaal inzetten? Gerard en zijn mede-onderzoekers maakten een economisch model met verschillende scenario’s, waarin de maatschappelijke welvaart zo groot mogelijk is.
Eerst CO2 gebruiken, daarna opslaan
In de uitkomst met de hoogste maatschappelijke welvaart ligt de nadruk de komende decennia op het opslaan van afgevangen CO2 in actieve olie- en gasvelden. Dat maakt olie- en gaswinning makkelijker en dus goedkoper. Aan het begin van de energietransitie is de vraag naar olie en gas nog groot, dus CO2 in bestaande reservoirs pompen levert veel op. Dit verhoogt de welvaart.
Daarna, als het koolstofbudget verder is uitgeput, wordt het opslaan van CO2 goedkoper – in lege gasvelden onder de zeebodem, bijvoorbeeld. Dat zou over enkele decennia zijn, blijkt uit het onderzoek.
Maak schone-energietransitie aantrekkelijk voor bedrijven
Als we op de huidige voet doorgaan blijven we echter te veel CO2 uitstoten. We bereiken het maatschappelijk ideale scenario dan niet. Daarom pleit Gerard van der Meijden voor mondiale actie. ‘Europa is slechts verantwoordelijk voor minder dan 10% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Zelfs als wij onze CO2-uitstoot tot nul terugbrengen is het nog niet genoeg.’
Er zijn twee dingen nodig, vindt de VU-milieueconoom: beprijs CO2-uitstoot en subsidieer schone technologieën. ‘Er moet een wereldwijde prijs komen op uitstoot, zodat bedrijven een reden krijgen om de uitstoot te verlagen. De huidige prijs is te laag en een groot deel van de uitstoot - wereldwijd zo’n 75 procent – heeft helemaal geen prijs.’
Daarnaast is het belangrijk dat schone technologieën worden gesubsidieerd. Innovatie moet lonen.
Je bijdrage als wetenschapper
‘Ik kan met mijn werk een beetje bijdragen aan de wetenschappelijke kennis over CO2-afvang, -gebruik en -opslag. Op basis daarvan kan beleid worden gemaakt. Ik heb niet de illusie dat dat direct gebeurt. Dat vind ik weleens lastig: wat is nu werkelijk je bijdrage als wetenschapper? Moeten we allemaal op de A12 gaan staan? Daar ben ik nog niet uit.’
‘Wat ik wel weet: onderzoek naar CO2-afvang helpt bij maatschappelijke bewustwording van het probleem én de oplossing. De VU is een logische plek om dat te doen, want de VU is zeer actief op het gebied van duurzaamheid.’
Technologieën voor schone energie worden steeds goedkoper, verwacht Gerard. Afvang, gebruik en opslag van CO2 worden de komende decennia minder gebruikt. ‘Op den duur wordt ons onderzoek dus overbodig.’