Hans Piena: ‘Bij het onderzoek naar de herkomst van de voetenboei is gebruik gemaakt van forensische technieken. In het stof uit scheuren en gaten in de voetenboei zijn stuifmeelkorrels, schimmelsporen en vele andere kleine biologische en mineralogische deeltjes gevonden. Die zijn onderzocht om de herkomst van het voorwerp te bepalen. Die technieken zijn op zich niet nieuw. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt bij onderzoek van archeologische bodemmonsters en coprolieten (versteende uitwerpselen), maar dit is de eerste keer dat dergelijk onderzoek op een museaal voorwerp is uitgevoerd.’
Verbazing
Waarom werd juist deze voetenboei onderzocht? Piena: ‘Op de tentoonstelling in 2021 werd ervan uitgegaan dat het om een tronco ging, gemaakt in Nederland en bestemd voor gebruik op een Nederlandse plantage in Brazilië. Hij zou echter altijd in Nederland zijn blijven liggen. Bij een aantal mensen wekte dit verbazing, want je kan duidelijk zien dat de voetenboei intensief gebruikt is.’
Forensisch onderzoek
Dit soort voetenboeien werden in grote delen van de wereld gebruikt, ook in Europa. Voor Piena en zijn team was dit daarom het uitgelezen moment om de nieuwe onderzoeksmethode in te zetten. ‘We hebben veel te danken aan de adviezen van de Britse forensisch onderzoekster Patricia Wiltshire. Zij is procedureel zeer goed onderlegd, waardoor we precies wisten wat we moesten doen om uiteindelijk tot een picture of place te komen.’ Hij vervolgt: ‘We waren verbaasd dat de eik, waarvan de voetenboei gemaakt is, pas rond 1825 is gekapt en we stonden te stuiteren toen bleek dat het stuifmeel Portugal of Spanje als herkomst aanwees. Deze voetenboei is niet voor Brazilië gemaakt en heeft niets met Nederland te maken. We herschrijven geschiedenis.’