Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Een veranderend communicatielandschap: de impact op de Europese verkiezingen

4 juni 2024
Deze maand mogen we weer naar de stembus voor de Europese verkiezingen. De geschiedenis leert dat de opkomst traditioneel laag is. In 2019 ging 42 procent van de Nederlanders stemmen. Daarnaast lijkt de lijn tussen propaganda en eerlijke informatie dun. Zo uitte de Europese Unie al zorgen over de techbedrijven Meta en Google. En kunnen we nog wel compromissen sluiten in een tijd van polarisatie? Mariken van der Velden doet onderzoek naar politieke communicatie en vertelt hoe zij aankijkt tegen het veranderende communicatielandschap.

In de aanloop naar de verkiezingen worden er veel influencers ingezet. Op deze manier moeten vooral jongeren worden bereikt. Er is zo’n 37 miljoen mee gemoeid, oftewel 8 cent per Europese burger. Hoe kijk je hiernaar als communicatiewetenschapper?

‘Influencers zijn de nieuwe poortwachters voor jongeren. Hen inzetten om jongeren te informeren over de verkiezingen is dan ook goed, maar het gaat weinig over de inhoud. Daar zou het juist meer over mogen gaan. Dan weten jongeren ook waar ze voor stemmen. Thema’s als immigratie of ontevredenheid van de boeren zouden zo uitgelicht kunnen worden. TikTok-filmpjes duren maar dertig seconden, waardoor het lastig is om dergelijke complexe thema’s uit te leggen.

‘Mijn advies is om daarom te investeren in “explainers”. Dat zijn video’s waarin makers complexe onderwerpen op een eenvoudige manier uitleggen. Op deze manier worden jongeren gestimuleerd om zich te verdiepen in politieke onderwerpen. Tegelijkertijd wordt hun begrip over de werking van de Europese Unie vergroot’.

Desinformatie en nepnieuws zijn hot topics. Vooral gezien de huidige geopolitieke situatie. Zo uitte de Europese Unie al zorgen over de verspreiding van Russische desinformatie via advertenties, het onderdrukken van politieke content en manieren om te monitoren wat er online rondgaat. Hoe kijk jij hier tegenaan?

‘Het is in alle gevallen zorgwekkend dat er valse informatie verspreid wordt, waar het ook vandaan komt. Grote bedrijven als Google en Meta hebben veel macht, en dat maakt het lastig om ze te controleren. Het gefragmenteerde medialandschap heeft dit verstrekt. Vroeger keek iedereen bijvoorbeeld naar de NOS. Nu is dat niet meer vanzelfsprekend.’

‘Er zijn soms wel labels of disclaimers bij bepaalde berichten die waarschuwen dat de bron niet geverifieerd is, maar dit werkt ook het “implied truth effect” in de hand. Dat houdt in dat als er geen disclaimer bij een bericht zit, dat mensen dan denken dat de informatie of het nieuws waar is. Het zou daarom goed zijn om de weerbaarheid of mediageletterdheid van mensen te vergroten, zodat zij bijvoorbeeld meer kunnen letten op de bron. Daar kunnen influencers ook bij helpen.’

‘Onderzoek wijst ook uit dat mensen meer waarde hechten aan datgene wat ze zelf goed vinden en waar zij in geloven. Dus stel dat je een politieke partij goed vindt, dan ben je eerder geneigd om die informatie te geloven.’

Je bestudeert ook de electorale gevolgen van het sluiten van compromissen. Kan je hier wat meer over vertellen?

‘Compromissen zijn een hoog goed voor de democratie. Mensen zijn hier niet per definitie op tegen, maar zodra het over specifieke onderwerpen gaat die mogelijk negatief voor hen kunnen uitvallen, ligt dit anders. “NIMBY” of “Not In My Back Yard” is dan iets wat we vaker terugzien. Hierbij willen mensen wel gebruik maken van voorzieningen, maar er zelf geen hinder van ondervinden. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van windmolens. Daarnaast laat onderzoek zien dat mensen de verwachting hebben dat er meer voor hen uit te halen valt’.

‘Fragmentatie in de politiek speelt hier ook een rol in, met polarisatie als kenmerkend element.  Samenwerken is nu veel politieker dan een aantal jaar geleden toen politiek veel pragmatischer was. Het gaat nu niet meer zozeer over de onderwerpen waar partijen op zouden kunnen toezeggen, maar meer over of ze überhaupt geassocieerd willen worden met een andere partij. Zij stellen minder beleidsvragen en meer identiteitsvragen, zoals: “Wil je erbij horen”? Als je altijd compromissen kunt sluiten is er geen dieper onderliggend conflict. Diepe ideologische waarden zijn in de jaren negentig wat afgekalfd, daarom was het toen makkelijker om compromissen te sluiten. Misschien dat die ideologische conflicten nu weer opkomen, wat het voor politieke partijen moeilijker maakt om nader tot elkaar te komen’. 

In je onderzoek maak je gebruik van computeralgoritmen en numerieke analyse. Kan dit ingezet worden om bijvoorbeeld misleidende informatie te analyseren?

‘Misleidende informatie analyseren is mogelijk. Dat hebben we eerder gedaan door onder meer te classificeren op roddels, samenzweringen, misinformatie en fake news. Bij misinformatie wordt de waarachtigheid betwijfeld en bij fake news gaat het om een nieuwsbericht dat overduidelijk geen “echt nieuws” is, door bijvoorbeeld het gebruik van stilistische kenmerken als het gebruik van drie vraagtekens. De effecten van misinformatie zijn echter lastiger in kaart te brengen omdat dit lastiger te meten is’.

Je bent ook co-director van het Resilience, Security and Civil Unrest (ReSCU) Lab. Kan je daar wat meer over vertellen?

‘Veiligheid, weerbaarheid voor de toekomst en maatschappelijke onrust zijn belangrijke onderwerpen in de Nederlandse maatschappij én bij de Europese verkiezingen. De onderwerpen zijn erg met elkaar verweven. Polarisatie kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat iemand met een andere achtergrond zich niet thuis voelt in Nederland. Daarnaast weten we dat er gediscrimineerd wordt op de arbeidsmarkt, waardoor jongeren bijvoorbeeld sneller in een crimineel circuit kunnen belanden, wat vervolgens een veiligheidsprobleem creëert en maatschappelijke onrust in de hand werkt’.

‘Vanuit het ReSCU lab gaan we dieper in op deze drie onderwerpen. Dat doen we samen met maatschappelijke partners die we al bij het begin van het onderzoek aanhaken en laten meedenken. Op deze manier willen we de kloof tussen theorie en praktijk kleiner maken en echt impact maken.’