Op 9 april, Paaszondag, overleed de theoloog en dichter Huub Oosterhuis (1933-2023). Oosterhuis schreef honderden liederen, waarvan velen zeer geliefd werden in verschillende kerken.
Op de Dies Natalis van de VU, 18 oktober 2002 ontving Huub Oosterhuis een eredoctoraat in de theologie ‘wegens zijn zeer uitzonderlijke maatschappelijke verdiensten op het gebied van de liturgie, in het bijzonder de liturgievernieuwing en de oecumenische liedcultuur’.
Oostershuis was aanvankelijk priester in Amsterdam, later voorganger van de zelfstandige ‘Studentenekklesia’ (nu: Ekklesia), waar op een vernieuwende manier invulling werd gegeven aan het geloof. De poëtische taal van zijn liederen is vol met Bijbelse beelden. Zijn liederen kregen in de decennia die volgden een niet weg te denken plek in de liturgie van veel kerken in Nederland en daarbuiten.
Oosterhuis gaf woorden aan het geloof van een generatie die zocht naar nieuwe manier van geloven en een taal daarvoor. De teksten van Oosterhuis sloten ook aan bij de ontwikkeling en de religieuze heroriëntatie van de VU sinds de jaren zestig. Zo hadden zijn gedichten en liederen sinds de jaren tachtig vaak een plek in de vieringen van het Bezinningscentrum van de VU, en bij andere publieke vieringen.
Alle eredoctoraten van de VU zijn op deze pagina te vinden.