Pieter van Beukering zette zijn eerste stappen in de academische wereld als stagiair bij het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM). Hij zou er uiteindelijk doorgroeien tot directeur. De voormalig economiestudent werd in de tussentijd hoogleraar Milieu-economie, en maakt zich nu op voor de functie van vice-decaan en portefeuillehouder onderwijs aan de Bètafaculteit.
Alternatieve dienstplicht
Wie dit zo leest, zou denken dat er een uitgekiend plan klaarlag dat stap voor stap leidde tot een carrière in de academische wereld. Maar Van Beukering had geen plan toen hij voor het eerst aanklopte bij het IVM. “Ik kwam in 1993 bij de VU toen ik op zoek was naar een plek voor alternatieve militaire dienstplicht. Ik had gewetensbezwaren tegen militaire dienstplicht en dus moest ik een plek vinden waar ik in een non-profit organisatie aan het maatschappelijk nut kon bijdragen.”
Het was geen toeval dat Van Beukering voor het IVM koos: “Ik heb altijd bewust voor een duurzaamheid gerelateerde richting gekozen. Ik heb in mijn studietijd veel gereisd en gezien hoe wereldwijd milieu en natuur achteruit holden. Ook in die tijd was er ontbossing en vervuiling. Ik woonde een half jaar in India waar ik een scriptie schreef over de groeiende afvalberg van Bangalore, en zag tijdens een lange expeditie in Zuid-Sulawesi (Indonesië) hoe mangrovebossen in rap tempo werden vervangen door garnalenkwekerijen.”
Kind in een snoepwinkel
Bij het IVM zat hij meteen op de juiste plek. En de liefde was wederzijds. “Er liepen al wat oudere medewerkers rond, die minder trek hadden om te reizen. Ik vond het juist fantastisch om op pad te gaan. ‘Stuur me maar naar Azië of Amerika, en ik zoek het voor je uit’. Duurzaamheid is een onderwerp waar ik mijn ziel en zaligheid in kwijt kan, en wat bovendien ook van grote maatschappelijke relevantie is. Daarom was het IVM de ideale plek voor mij. Ik was er als een kind in een snoepwinkel – er waren zoveel mooie projecten. En, nou ja, van het een kwam het ander en voor dat je er erg in hebt ben je 30 jaar verder.”
Dies Natalis
Zonder er bij stil te staan, vormde het IVM het startschot van Van Beukering’s academische carrière: “Geleidelijk aan kwam ik steeds meer in het management terecht en merkte ik dat me dat goed afging. Uiteindelijk ben ik directeur geworden en begon ik in die rol ook de VU en de faculteit te leren kennen. Zo werd ik in 2017 gevraagd of ik de Dies Natalis wilde verzorgen met betrekking tot onze strategie op duurzaamheid als universiteit. Tegenwoordig hebben we hoge ambities met duurzaamheid, maar vijf jaar geleden lag er eigenlijk nog geen plan. Er was dus veel werk aan de winkel.”
“Samen met een aantal betrokken collega’s heb ik een duurzaamheidsstrategie ontworpen en die tijdens de Dies Natalis gepresenteerd. Toen merkte ik hoe je ook op hoger organisatorisch niveau invloed kunt hebben en dat gaf me veel energie.”
Opereren op brede schaal
Het ontwerpen van een universitaire duurzaamheidsstrategie bood Van Beukering een inzicht in het bredere palet van de VU: “Dat was eigenlijk de eerste keer dat ik echt op universitair niveau opereerde . Ik merkte dat ik dat ook een uitdagende rol vond. Ja, dat is misschien ook een van de redenen waarom ik voor deze nieuwe positie ben gegaan ben. Je werkt op een breder schaalniveau.”
Duurzaamheid speelt vanzelfsprekend ook een rol in zijn nieuwe functie. Maar Van Beukering realiseert zich terdege dat er veel verschillende taken op zijn bordje komen te liggen als portefeuillehouder onderwijs en vice-decaan. “De Bètafaculteit heeft enorm snelgroeiende opleidingen waar onze collegezalen helemaal niet op ingericht zijn. En ook zoeken we nog steeds naar de optimale balans tussen digitaal en live-onderwijs. Dat zijn allemaal hele urgente kwesties waar je als portefeuillehouder onderwijs mee te dealen hebt. In die zin is het ook een kwestie van de tent draaiende houden, zorgen dat de bekostiging goed is en zorgen dat je goed omkijkt naar docenten en studenten en hun wensen.”
Studentenwelzijn
Studentenwelzijn is een belangrijk thema voor Van Beukering. Als opleidingsdirecteur bij de master Environment and Resource Management heeft hij ervaren wat dat betekent, en hoe je vanuit de opleiding begeleiding kunt bieden. “We kunnen niet alle stress wegnemen, maar we kunnen wel kijken naar wat bewezen geholpen heeft. We hebben bijvoorbeeld geleerd dat heldere deadlines bij scripties overzicht creëert en rust geeft bij studenten en docenten.”
“Je zou misschien denken dat strakke deadlines tot meer stress leiden, maar het tegenovergestelde is waar. Met heldere regels weten zowel studenten als docenten precies waar ze aan toe zijn. Eerder waren we onder het mom van academische vrijheid coulant met het uitstellen van deadlines, maar het werd daardoor één grote chaos. Dankzij een helder afstudeerplan, is het slagingspercentage bij Environment and Resource Management spectaculair toegenomen”
Speerpunten
De tent draaiende houden zal genoeg tijd en aandacht van Van Beukering vergen. Maar hij heeft ook zo zijn eigen speerpunten. Duurzaamheid is daar uiteraard één van. Gelukkig is dat inmiddels ook een prioriteit voor de VU. “Het CvB heeft uitgesproken dat elke student die de VU verlaat, iets met duurzaamheid gedaan moet hebben. Dat is nu nog niet zo. Ik vind het spannend te bedenken hoe we opleidingen en docenten kunnen motiveren om deze ambitie waar te maken.”
Een ander punt waar hij zich voor inzet staat minder prominent op de VU-kaart: ‘employability’. “Employability scoort consequent laag op de Nationale Studenten Enquête. Bij Environment and Resource Management hebben we aan het begin van het jaar gevraagd: welke ambitie heb je, waarom heb je deze opleiding gekozen, en waar wil je over een jaar zijn? Vervolgens hebben we allerlei exercities gedaan waardoor studenten zichzelf beter leren kennen, maar ook hele pragmatische opdrachten, zoals hoe je je Linkedin-pagina inricht. Dat kan bij elke opleiding worden gedaan, los van de inhoud.”
“Employability betekent dat studenten goed voorbereid en gemotiveerd de arbeidsmarkt opgaan. Je kunt er van uitgaan dat als je genoeg kennis vergaart, je wel klaar bent voor de arbeidsmarkt, maar zo werkt het natuurlijk niet. Je moet ook essentiële soft skills beheersen, kritisch kunnen reflecteren op maatschappelijke thema’s, en je moet weten hoe je jezelf moet verkopen. En, het belangrijkste, je moet ontdekken wat je zelf wil: wat doet jouw hart sneller slaan. Als je dat weet, dan ben je al halverwege.”