Samen met andere wetenschappers analyseert Van der Mee de technologie van veelgebruikte smartwatches onder zeer uiteenlopende omstandigheden. Ze kijken onder meer hoe goed het signaal van de smartwatches overeenkomt met apparaten die in de wetenschap worden gebruikt en of de berekende stress-scores wel betrouwbaar zijn.
Alle smartwatches, zowel van Fitbit, Garmin als Apple, gebruiken min of meer hetzelfde algoritme, legt ze uit. Ze meten stressniveaus aan de hand van lichaamssignalen, in combinatie met persoonsgegevens zoals leeftijd, geslacht en beweegpatroon. Maar de verschillen tussen mensen zijn “enorm” en niet te meten met alleen die indicatoren. Zo heeft de ene persoon een hogere hartslag in rust dan de ander. “En schiet de hartslag inderdaad omhoog, dan moet er onderscheid worden gemaakt tussen positieve stress, zoals opwinding, en negatieve stress. Dat doen die horloges niet.”
Van der Mee illustreert dit met een voorbeeld: “Mijn man zit nu te gamen. Zo’n game geeft arousal: zijn hartslag gaat omhoog. Maar dat betekent niet dat hij stress ervaart. Hij voelt opwinding. Dat verschil ziet het horloge niet.” Terwijl de effecten op het lichaam heel anders zijn, aldus Van der Mee. “Kortdurende opwinding heeft over het algemeen geen negatief effect op het lichaam. Langdurige negative stress heeft dit wel.”
Een slim horloge kan dus ten onrechte concluderen dat iemand langdurig stress ervaart, terwijl opwinding en stress elkaar eigenlijk afwisselen. En dat is niet altijd zonder gevolgen. “Als een smartwatch zegt: je bent gestrest, nemen veel mensen dat voor waarheid aan. Hierdoor kunnen ze zich zorgen gaan maken of kan hun al bestaande stress verergeren.”
Een smartwatch is geen medische apparatuur, benadrukt Van der Mee, en de fabrikanten zijn té vrij in de claims die ze mogen maken. Daar ligt wat haar betreft een taak voor de wetgever. “De term stress moet worden vervangen door een neutralere term. Maar die is er in het Nederlands nog niet.
Of de smartwatches betrouwbaarder worden als er naast hartslag ook andere indicatoren, zoals zweetniveau, worden gemeten, is onduidelijk. “We weten op dit moment helaas nog te weinig van de relatie tussen deze signalen en stress op individueel niveau”.