Zijlstra en Witteveen speelden in de vier decennia na de Tweede Wereldoorlog als academici, politici en beleidsmakers een belangrijke rol in de Nederlandse en internationale economische politiek. Voortgedreven door hun wetenschappelijke overtuigingen botsten zij herhaaldelijk als wetenschappers, ministers van Economische Zaken en Financiën en topbestuurders van De Nederlandse Bank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Zij maakten consistent andere beleidskeuzes over het begrotingsbeleid, het monetair beleid en de rol van statistiek en modellen in de economie.
Wetenschappelijke achtergrond heeft invloed op beleidskeuzes bij economen
Middendorp toont in zijn onderzoek aan dat Zijlstra en Witteveen een fundamenteel andere visie hadden op economisch evenwicht, de rol van het geld in de economie en het gebruik van economische modellen. En dat zij op basis daarvan anders omgingen met de opkomst in Nederland van het denken van de Engelse econoom Keynes over de conjunctuurpolitiek en het snel toenemende gebruik van modellen in politiek en beleid. Waar Witteveen vaak een directe relatie zag tussen wetenschappelijke inzichten, modellen en de economische politiek, was Zijlstra minder ambitieus. Hij beschouwde wetenschap vooral als een van de hulpmiddelen om beleid vorm te geven. Deze verschillen kwamen niet voort uit politieke partijverschillen tussen hen, maar eerder uit hun persoonlijke wetenschappelijke voorkeuren en de economische tradities waar ze uit voortkwamen. “Mijn onderzoek toont aan dat de wetenschappelijke achtergrond van politici er toe doet. Of een politicus zich als wetenschapper vooral heeft beziggehouden met theoretische concepten zoals die van Keynes over werkloosheid, zoals Witteveen, of juist met de invloed van geld op de economie, zoals Zijlstra, heeft gevolgen voor de beleidskeuzes die zij maken.”, zo licht Middendorp toe.
Wetenschap en politieke intuïtie staan vaak op gespannen voet
Middendorp werpt met zijn onderzoek zo ook licht op de wisselwerking tussen economische theorie en economische politiek in de tijd van Zijlstra en Witteveen. “Mijn onderzoek laat zien dat onze democratie verbetert kan worden en onze economische politiek effectiever kan worden door op de juiste manier gebruik te maken van wetenschappelijke inzichten van economen. Het verhaal van Zijlstra en Witteveen benadrukt het belang van het niet uit het oog verliezen van deze onzekerheden wanneer wetenschap in de politiek wordt toegepast. Die spanning tussen wetenschappelijke kennis enerzijds en politieke intuïtie en de aan wetenschap verbonden onzekerheden anderzijds is vandaag de dag nog altijd en ook op andere terreinen dan de economie relevant. Een voorbeeld is het huidige maatschappelijk debat over het oplossen van de stikstofcrisis.”, zegt Middendorp.