Interview door Mika Linse voor Vuurwerk magazine.
De druk op het bedrijfsleven om klimaat- en milieuvriendelijk te handelen wordt steeds groter. Dat weet ook Tima Bansal, hoogleraar aan de Ivey Business School (Universiteit van Western Ontario). Met een scherp inzicht in de complexe relatie tussen bedrijven en hun impact op de wereld, heeft Bansal zichzelf gepositioneerd als voorloper in het begrijpen van hoe organisaties kunnen bijdragen aan een duurzamere toekomst. Daarom reikt de Vrije Universiteit Amsterdam een eredoctoraat uit aan Bansal voor haar academische prestaties op het gebied van duurzame innovatie.
Bansal staat bekend om haar interdisciplinaire benadering op het gebied van duurzaamheid, waarbij ze elementen van bedrijfskunde, milieukunde en maatschappelijke betrokkenheid integreert. Ze heeft een breed scala aan onderwerpen behandeld in haar werk, van het onderzoeken van de impact van duurzaamheidsinitiatieven op bedrijfsprestaties tot het analyseren van de rol van bedrijven bij het aanpakken van mondiale milieuproblemen. Bansal wijst op drie essentiële elementen die vaak ontbreken op het gebied van duurzame innovatie bij bedrijven. “Allereerst hebben bedrijven de neiging om te kortermijngericht te denken. Ten tweede willen bedrijven vaak wereldwijd opereren, terwijl duurzaamheid juist vraagt om een sterke lokale verankering. Ten derde willen bedrijven vaak groeien en opschalen, maar in het streven naar duurzaamheid kunnen we ons niet veroorloven dat alle bedrijven het doel hebben om een nog grotere omvang te krijgen,” aldus Bansal.
Op lokaal niveau samenwerken
Kun je als bedrijf duurzaamheid in je strategie opnemen en je steentje bijdragen aan het milieu en de wereld, terwijl je tegelijkertijd winstgevend blijft? Dit vraagstuk houdt veel ondernemers bezig, maar Tima Bansal is vastberaden dat dit haalbaar is: “Je kunt waarde voor jezelf én de wereld creëren door innovatie, nieuwe producten, diensten en bedrijfsmodellen.” Bansal gebruikt een krachtig metafoor om haar punt te illustreren: “Zie jezelf als een ouder in een gezin. Als je alleen voor jezelf zorgt, zal het gezin uiteindelijk uit elkaar vallen. Maar als je zowel voor jezelf als voor je gezin zorgt en beide aspecten in evenwicht houdt bij elke beslissing die je neemt, ontdek je dat dit de beste benadering is. Ik geloof dat we dezelfde mentaliteit kunnen creëren voor bedrijven.” Bovendien benadrukt Bansal de noodzaak van samenwerking op lokaal niveau. “We moeten actief streven naar de overgang naar een circulaire economie. Dit betekent dat we lokaal gedreven oplossingen moeten omarmen, zonder altijd afhankelijk te zijn van geavanceerde technologieën. Concreet kunnen mensen bijvoorbeeld hun groenten actief kopen bij kleinschalige, lokale winkels die biologische en seizoensgebonden producten aanbieden. Of dat we het hergebruik en de recycling op lokaal niveau bevorderen om afval te verminderen en waardevolle materialen te behouden voor lokale productie,” zo geeft Bansal aan.
Network for Business Sustainability
Naast haar nadruk op het belang van samenwerking tussen bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties, heeft Bansal ook een sterke focus gelegd op samenwerking. Ze heeft altijd geloofd in het potentieel van samenwerking tussen academici, bedrijfsleiders en maatschappelijke organisaties om positieve verandering teweeg te brengen. Haar onderzoekscentrum dat ze oprichtte in 2003, het Network for Business Sustainability (NBS), is een levendig voorbeeld van deze overtuiging. Bansal: “Bij NBS streefden we actief naar het verkleinen van de kloof tussen onderzoek en praktijk. Daarom bundelden we onze krachten met managers in Canada om hun specifieke vragen te beantwoorden, in plaats van ons uitsluitend te richten op academische vraagstukken. Ik ben ervan overtuigd dat we aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt op dit gebied.”
Eredoctoraat
Volgens Bansal is de oprichting van NBS een cruciale mijlpaal in haar inspanningen die uiteindelijk hebben geleid tot de toekenning van het eredoctoraat. “Het ontvangen van het eredoctoraat is een grote eer,” zegt ze. “Het is buitengewoon motiverend om erkenning te krijgen voor je inzet. Het bevestigt de waarde van mijn werk, maar zal het iets veranderen in mijn toewijding aan mijn werk? Nee, absoluut niet. Ik zal onverminderd blijven doen wat ik altijd heb gedaan.” Bansal past balans niet dagelijks toe in haar leven, zo stelt ze. “Je kunt denken: of ik ga ‘s avonds naar de sportschool of ik breng tijd door met familie en vrienden. Het is voor mij van belang om manieren te vinden om ze alle twee te integreren. Zo gaat het ook in mijn werk: ik heb mijn onderzoek geïntegreerd in mijn praktische werk, en ik combineer ze zonder iets te balanceren. Het een hoeft het ander dus niet uit te sluiten.”
Toekomst van duurzaam ondernemerschap
Hoe ziet de toekomst van duurzaam ondernemerschap eruit? Als het aan Tima Bansal ligt, is samenwerking essentieel om de toekomst soepel te laten verlopen. “Het wrange aan duurzaam ondernemerschap is dat we de luxe van tijd niet hebben. Sommige mondiale milieukwesties bereiken een kritiek punt en als we niet snel iets ondernemen, wordt dit steeds problematischer. Dit betekent dat we allemaal, ongeacht onze achtergrond, moeten samenwerken, of we nu in de praktijk werken of in de onderzoeksgemeenschap, jong of oud zijn,” zo stelt Bansal. Wat onderzoek betreft, denkt Bansal dat we de manier hoe we onderzoek doen moeten herzien. “Onderzoek moet nauw verweven zijn met praktijkgemeenschappen. We kunnen ons niet langer permitteren om onderzoek te doen, het te publiceren en dan na drie, vijf of tien jaar te verwachten dat de wereld is veranderd. De urgentie van deze kwesties vereist samenwerking met de praktijk.” Dit is ook het advies dat Bansal aan jonge onderzoekers geeft: “Leer zowel de taal van de praktijk als die van het onderzoek spreken. Het is van cruciaal belang om het traditionele paradigma van onderzoekers die geïsoleerd werken te doorbreken. Je hoeft niet te kiezen tussen beide werelden; we moeten simpelweg onze mensen anders opleiden,” concludeert Bansal.
Foto op deze pagina: Peter Valckx voor Vrije Universiteit Amsterdam, School of Business and Economics