Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

‘Eerst goed luisteren, dan mijn nek uitsteken’

5 oktober 2023
De oudste -en kleinste- faculteit van de Vrije Universiteit heeft een nieuwe roerganger. Per 1 september is Frank van der Duijn Schouten decaan van de faculteit Religie en Theologie (FRT). Voor de VU is hij geen nieuw gezicht, Frank was hier eerder al student, onderzoeker én rector magnificus. Wat maakt dat hij nu terugkeert, en wat hoopt hij te bereiken?

Je bent 2 jaar rector magnificus geweest aan de VU, tussen 2013 en 2015. Wat is je het best bijgebleven van die tijd?

Het was best heftig, er was het nodige aan de hand. Bestuurlijk was het bepaald geen kwestie van op de tent passen. Mijn voorganger Lex Bouter was vrij plotseling afgetreden, dat gaf consternatie, mede vanwege een conflictueuze verhouding tussen het College van decanen en het College van Bestuur. En juist in die tijd was de instellingsaccreditatie aan de orde. Vanwege de bestuurlijke consternatie kreeg het CvB het advies de aanvraag in te trekken. Dat is ook gebeurd en mijn opdracht was om daar een nieuwe start mee te maken. Dat is uiteindelijk goed afgelopen, zij het dat de commissie de volledige accreditatie in twee stappen heeft verleend.  

Een ander lastig dossier was de fusie van de twee bètafaculteiten. Daar kwam ook een reorganisatie bij kijken waarbij we van mensen afscheid moesten nemen. We veranderden in die tijd ook het interne bekostigingssysteem. De medezeggenschap hamerde daarbij op extra bescherming voor kleine opleidingen. Het is een uitdagende universitaire balanceer act om een evenwicht te vinden tussen solidariteit en de stekker ergens uittrekken. Een van de gevolgen was dat bezorgde studenten Aard- en Levenswetenschappen de 14e verdieping van het hoofdgebouw bezetten. Nu hadden we die etage op zich niet nodig, maar de studenten maakten ook gebruik van het dak en lieten flink wat drank aanrukken. Voor de veiligheid hebben we toen moeten ingrijpen. 

Je geeft nu geen leiding aan een hele universiteit, maar aan een faculteit. De kleinste van de VU zelfs. Hoe ga je dat doen?

Als decaan heb je volgens mij twee rollen te spelen. Allereerst behartig je de belangen van je eigen faculteit en iedereen die daar bij hoort. Daarnaast moet je samen met het College van Bestuur en de andere decanen bijdragen aan de groei en bloei van de universiteit als geheel. Als rector geef je leiding aan dat proces, als decaan ben je één van de spelers in het veld. Die rollen zijn anders, maar mijn manier van werken zal uiteindelijk niet zo veel verschillen. 

Wat is jouw manier van werken?

Ik luister graag voordat ik tot conclusies kom. Bij mijn aantreden als rector ontbrak een heldere onderwijsvisie. Ik maakte eerst een ronde langs alle faculteiten en vervolgens sloot ik mij enkele weken op om een concept op papier te zetten. Vervolgens legde ik dat resultaat weer voor commentaar voor aan de faculteiten. Dus eerst luisteren, dan je nek uitsteken, en daarna openstaan voor feedback. En uiteindelijk mag men dan ook van jou verwachten dat je conclusies trekt en knopen durft door te hakken. 

Als decaan zijn nu in eerste instantie de medewerkers van FRT mijn gesprekspartners. Ik vind het erg belangrijk bij iedereen te kunnen binnenlopen en mijn vragen te stellen. Ook gebruik ik mijn deurstopper vooral om mijn deur open te houden. Zo had ik pas een gesprek met de rectoren van de negen seminaria, om hun mening, visie en uitdagingen te horen. Ik merk bij hen overigens veel betrokkenheid bij de faculteit en verantwoordelijkheid voor het grote geheel van de faculteit. Dat beschouw ik als een belangrijke basis bij de verkenning van de toekomst van de FRT. 

Want die toekomst is nu aan de orde. Het College van Bestuur wil meer samenwerking tussen drie faculteiten: FRT, Geesteswetenschappen en Sociale Wetenschappen. Hoe sta jij daarin? 

Het is goed om hierover het gesprek te voeren. Ik begrijp dat dit voor sommigen best bedreigend kan overkomen, maar als je dit soort gesprekken uit de weg gaat, kan zomaar de conclusie getrokken worden dat voor theologie en religiewetenschappen de levensvatbaarheid binnen de VU onder het kritieke punt is gezakt. Dat zou, naar mijn overtuiging, niet alleen desastreus zijn voor beoefening van theologie en religiewetenschappen in Nederland, maar ook voor de Vrije Universiteit. Losraken van je historische wortels is immers een uiterst riskante operatie.  

De universiteit heeft het laatste decennium een behoorlijke slag gemaakt met clustering van faculteiten. Daarmee is FRT binnen de VU een relatief kleine speler geworden. Niet omdat wij krimpen, maar omdat de andere faculteiten groter zijn geworden. Daarom ben ik voor een open proactieve benadering van de vraag hoe theologie en religiewetenschappen een prominente positie kunnen blijven innemen in het geheel, ook ten faveure van de andere faculteiten. Hoe je dat dan organisatorisch inricht is volgend, niet leidend. 

Met een betere verankering in het geheel kun je bovendien grotere zichtbaarheid krijgen. Vanuit onze religieuze en theologische wetenschapsbeoefening en met onze veelkleurige seminaria heeft de FRT anno 2023 misschien wel de meest gevarieerde en betrokken achterban van alle faculteiten van onze universiteit. Dat geeft ons de kans om ook een grote bijdrage te leveren in het publieke debat. Dat is valorisatie bij uitstek. Ik zie het als een van mijn taken om te zorgen dat de VU zich daarvan voldoende bewust blijft. Het warme hart dat mensen de universiteit toedragen wordt, denk ik, niet in de laatste plaats gevoed door geesteswetenschappen, inclusief theologie en religiewetenschappen. Aan dat gevoel zouden we nadrukkelijker kunnen appelleren. 

Hoe ga je dat doen?

Als je onderdeel bent van een groter geheel is het zaak de diversiteit van je achterban en je eigen identiteit helder te hebben. Die moet je goed vormgeven en expliciteren, zodat je naar buiten toe ook duidelijk herkenbaar bent. Als dat je niet lukt heb je een probleem. Daarom moeten we met elkaar een gemeenschappelijk narratief formuleren, waarmee we het gesprek binnen de universiteit op een degelijke manier aan kunnen gaan. En daarna ook buiten de VU, om ons scherper te presenteren aan andere stakeholders. Mijn doel is dus een heldere propositie wat theologie en religiewetenschappen in wetenschappelijke en sociaal-maatschappelijke zin kunnen betekenen en bijdragen. 

Wat is die bijdrage volgens jou?

In een academische context zie ik theologie enerzijds als een discipline die studenten in staat stelt hun denkvermogen goed aan te scherpen. Anderzijds staan onze wetenschapsgebieden, zeker in onze tijd, dicht bij de belevingswereld van het grote publiek. Ik zie daarom geen enkele belemmering voor deze disciplines om een volwaardige positie in het academische domein in te nemen. Als er één universiteit in Nederland is die dit van harte zal onderschrijven, dan zal dat toch de VU moeten zijn? 

Sociaal en maatschappelijk heeft theologie volgens mij onder meer een belangrijke rol in het faciliteren van het publieke debat: hoe gaan we met elkaar om, hoe kijken we naar problemen die zich met betrekking tot het milieu aandienen, hoe verhouden we ons tot mensen van buiten onze landsgrenzen, wat verstaan we onder zingeving? Allemaal vragen aan de doordenking waarvan we ook vanuit de theologie en de religiewetenschappen waardevolle bijdragen kunnen leveren.  

Het realiseren van impact en valorisatie door theologen ligt vrij dicht aan de oppervlakte, meer dan bijvoorbeeld bij wiskunde. Maar toch lukt ons dat nog niet altijd goed genoeg. Het is een proces waarbij je voortdurend bij de tijd moet blijven. Welke vragen zetten we op onze wetenschappelijke agenda? Dat hoeft niet per se morgen tot directe en hapklare toepassing te leiden, maar je moet wel goed kunnen uitleggen hoe je het in de maatschappelijke context wil plaatsen.

Je bent in eerste instantie aangesteld voor een jaar. Wanneer ben je tevreden?

Ik ben tevreden als de VU-gemeenschap tevreden is. En als ik het idee heb dat we met theologie en religiewetenschappen zodanig vooruit kunnen dat de mensen die hier werken hun volle aandacht kunnen geven aan onderwijs en onderzoek. Daarbij zou ik het goed vinden als we de wetenschappers kunnen ontzorgen met betrekking tot organisatorische en bestuurlijke aangelegenheden. Maar 100% tevredenheid gaat vast niet lukken. Zo ben ik altijd nogal huiverig geweest voor evaluaties met meer dan 80% studententevredenheid. Misschien hebben we het hen dan te makkelijk gemaakt? Een beetje ontevredenheid mag er zijn, als het maar op een positieve manier wordt ingezet. Of ik aan een jaar genoeg heb? Ik vind het geen mission impossible. Laten we de koe maar direct bij de horens vatten en afspreken dat we over een jaar beduidend verder zijn. Of we dan klaar zijn zien we tegen die tijd wel. 

Over Frank van der Duijn Schouten

Frank is op 17 september 1949 geboren in Ridderkerk. Hij was de eerste in de familie die ging studeren. Op zijn 17e vertrok hij naar Amsterdam voor een studie Wiskunde, Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU. In 1973 trouwde hij met Chris, ze zijn nog steeds samen. Ze hebben 6 kinderen, drie dochters en drie zoons. Sinds 1987 wonen ze weer in Ridderkerk.