Geen droomstart
“Het is leuk leiding te geven aan de faculteit Geesteswetenschappen. De mensen kijken allemaal over de grenzen van hun discipline heen en ik heb genoten van de manier waarop mensen bezig zijn met hun vak.” Susan Legêne kijkt met veel plezier terug op haar periode als decaan, hoewel er geen sprake was van een droomstart. “Ik was nog geen drie maanden decaan toen de pandemie uitbrak. Het was alle hens aan dek en dat was zwaar.” Een positief gevolg van die periode is, volgens Susan, de onderwijsvernieuwing. “Er is veel meer zelfvertrouwen over de verschillende manieren, waarop je je tot studenten kunt verhouden.” Ze verwijst daarbij naar de digitale media. “De basisangst die er was, is noodgedwongen overwonnen.” De pandemie lijkt wel weerslag te hebben op de nieuwe generaties studenten. Susan: “De docent is een soort aangever, arbiter, aanjager, ordehouder geworden. De vanzelfsprekendheid dat je als Geesteswetenschappers continu met elkaar in debat bent en samen een probleem uitdiept is aanzienlijk verminderd.
Het politieke tij
Het aantal studenten bij Geesteswetenschappen heeft de laatste jaren een gestage groei laten zien. Susan: “Mede door Corona zijn mensen gaan beseffen dat de medische of exacte wetenschap lang niet altijd de oplossing heeft. Ze kunnen zelfs enorme blunders begaan als je niet de samenleving en de geschiedenis daarvan kent of meeneemt.” De groei valt volgens Susan ook te verklaren vanuit de interdisciplinaire benadering die Geesteswetenschappen aan de VU kennen en het feit dat het politieke tij heeft meegezeten, waardoor meer geld voor universiteiten beschikbaar is. Ze denkt dat Geesteswetenschappen de komende kabinetsperiode weer met bezuinigingen geconfronteerd worden. ”Dat hebben we een tijd niet gezien.”
Wat verwachten ze dat er gaat gebeuren? René: “We weten het niet precies, maar de tendens is dat politiek Nederland vindt dat Engelstalige opleidingen verkleind moeten worden of dat het Engelstalig onderwijs moet worden teruggebracht. Onze faculteit speelt een rol in het taalbeleid. We hebben hier veel mensen werken die Nederlands niet als moedertaal hebben. Die moeten op de een of andere manier opgeleid worden. Daar kan onze faculteit een rol in spelen. Zelf heeft hij alleen maar positieve ervaringen met het Engelstalig onderwijs. Bovendien: “Nederland is Europa en al die bedrijven en instellingen waar studenten terecht komen spelen een rol in Europa. Die internationale oriëntatie gaat nooit tegen je werken.”
Maatschappelijk betrokken
Hoe kijkt de aankomende decaan naar de faculteit? René: “Eigenlijk denk ik dat het één van de interessantere faculteiten binnen de universiteit is. Bij Geesteswetenschappen voeren we spannende en ingewikkelde discussies, zoals over het slavernijverleden. Waar ik zelf geïnteresseerd in ben is de vraag over grenzen van de wetenschap. Wat mag je van wetenschap verwachten en wat niet? Hoe kun je op een constructieve manier denken over wetenschapsbeoefening en religieuze tradities? Dat zijn spannende gesprekken. We hebben maatschappelijke verantwoordelijkheden, we zijn een maatschappelijk betrokken universiteit en zo voel ik dat ook.”
Spin in het web
Vanaf 2024 zal er een verkenning tot een mogelijke samenwerking plaatsvinden tussen de faculteiten FRT, FGW en FSW. Hoe kijken de decanen hiernaar? Susan: “Als Geesteswetenschappers werken we al heel veel samen met andere faculteiten. Zo doen we veel met de bèta's als het bijvoorbeeld gaat over computerwetenschappen, taalmodellen en analyse van kwantitatieve en kwalitatieve data. Daarnaast werken ook heel veel samen met de FGB als het gaat over de lerarenopleiding. Er is een groot lerarentekort in Nederland en wij zijn de leverancier van leraren. Eigenlijk voelen wij ons als spin in het web en een fusie kan ertoe leiden dat we ook de samenwerking met de sociale wetenschappers, waar we al intensief mee samenwerken, intensiveren.”
Geen gekke dingen doen
De benoeming van René is in principe voor een jaar. Wanneer is hij tevreden? “Ik ben tevreden als we op een open manier in die verkenning te werk kunnen gaan. Dat we met we elkaar aan tafel zitten met als enige doel hoe we de Vrije Universiteit er sterker uit kunnen laten komen.” René realiseert zich bovendien maar al te goed dat er 350 mensen bij de faculteit werken en dat die het gevoel moeten hebben dat ze bij het faculteitsbestuur in goede handen zijn.
Vervelen?
Hoewel Susan vanaf januari niet dagelijks meer in de burelen van de faculteit te vinden is, betekent dat niet dat ze op haar lauweren gaat rusten. “Ik ga door met mijn onderzoek en heb nog zes promovendi. Daarnaast ben ik projectleider van het Nationale Wetenschapsagenda project Pressing Matter. Formeel ben ik ook de projectleider van een NWO-project over Colonial Normativity en ik zit in de landelijke adviescommissie ter bevordering van diversiteit en inclusie in hoger onderwijs en onderzoek. Verder zit ik in een beoordelingscommissie van NWO en tenslotte ga ik eindelijk al die artikelen afmaken die zijn blijven liggen. Ik ga me niet vervelen.”