Wat jongeren online plaatsen en bekijken, is belangrijk om te bepalen hoe ze zich voelen over zichzelf en hun leven. Dit blijkt uit het onderzoek van communicatiewetenschapper Nadia Bij de Vaate naar socialmediagebruik van jongeren.
Door de snelle groei en populariteit van socialmediaplatforms is er sprake van toenemende bezorgdheid over de mogelijke negatieve effecten van socialmediagebruik op het lichaamsbeeld en welzijn van jongeren. Eerder onderzoek voorspelde dat actief socialmediagebruik (het plaatsen van eigen inhoud) leidt tot positieve effecten op welzijn en lichaamsbeeld, en dat passief socialmediagebruik (het observeren van wat anderen doen) leidt tot negatieve effecten. Dit is alleen niet altijd het geval. Het onderzoeken van actief en passief socialmediagebruik is dus niet voldoende om de mogelijke effecten te verklaren.
Bij de Vaate richt zich in haar onderzoek op wat de jongeren bekijken posten, bijvoorbeeld meer authentieke of bewerkte foto’s, en hoe dat gelinkt kan worden aan hun welzijn en zelfbeeld. “Zo blijkt namelijk dat het posten van authentieke foto’s samenhangt met een verbeterd welzijn, terwijl juist vaak het tegenovergestelde effect werd gevonden voor het posten van bewerkte foto’s,” aldus Bij de Vaate.
Dit onderzoek heeft drie belangrijke maatschappelijke bevindingen opgeleverd. Ten eerste geven de bevindingen aan dat individuen social media niet allemaal op dezelfde manier gebruiken. Jongeren verschillen in wat ze posten en wat ze zien op social media. Ten tweede blijkt dat het gebruik van social media kan leiden tot zowel positieve als negatieve uitkomsten voor het welzijn en lichaamsbeeld. Tot slot is duidelijk geworden dat sommige individuen of groepen gevoeliger zijn voor socialmedia-effecten.
De effecten van social media zijn dus niet voor alle adolescenten gelijk. Zo blijkt uit dit onderzoek dat de effecten van socialmediagebruik afhankelijk zijn van de culturele context waarin een adolescent zich bevindt. “Of en wanneer socialmediagebruik het welzijn en lichaamsbeeld van jongeren beïnvloedt, hangt af van hoe en waarom ze social media gebruiken en hoe ze daarop reageren,” aldus Bij de Vaate.
Bij de Vaate promoveert donderdag 23 februari op dit onderwerp.