Maatschappelijk dialoog
Sleutelen aan (embryo-)DNA kan potentieel genetische ziekten voorkomen, maar levert ook allerlei dilemma’s op. Wijzingen in het DNA kunnen bijvoorbeeld worden doorgegeven aan volgende generaties. In een democratische samenleving vraagt dat om een publiek gesprek. Maar hoe geef je dat vorm, en welke waarden staan op het spel? Daarover gaat Public Realm Entrance and Societal Alignment of Germline Editing (PRESAGE). Het doel is om te achterhalen welke waarden en behoeften er in onze maatschappij zijn als het gaat om DNA-aanpassing, hoe we moeilijk te bereiken groepen kunnen betrekken in de dialoog en hoe de uitkomsten van die dialoog kunnen worden vertaald naar regelgeving.
Promotie-onderzoek
In het kader van PRESAGE gaat Jacobs de komende vier jaar promotie-onderzoek doen bij de afdeling Rechtstheorie & Rechtsgeschiedenis naar de juridische en rechtsfilosofische dimensie van maatschappelijke besluitvorming over genetische modificatie van het nageslacht. Jacobs gaat de waarden en denkbeelden die ten grondslag liggen aan bestaande regelgeving omtrent kiembaanmodificatie identificeren om deze vervolgens te vergelijken met de waarden en denkbeelden die naar voren komen uit het publieke gesprek over kiembaanmodificatie. ‘’Daarnaast zal ik de symbolische functies en dimensies van het recht onderzoeken en op die manier kijken hoe het recht kan bijdragen aan dat publieke gesprek.’’, aldus Jacobs.
Interdisciplinair consortium
De NWA-aanvraag werd ingediend door een interdisciplinair consortium onder leiding van dr. Sam Riedijk van de afdeling klinische genetica van het Erasmus MC. Hier is de volledige lijst van consortium-partners te bekijken. Hoogleraar Britta van Beers was mede-aanvrager. Van Beers reageert verheugd op de toekenning van de subsidie. ‘Sinds de geboorte van de genetisch gemodificeerde tweelingzusjes in China in 2018 is men wereldwijd doordrongen van de noodzaak van een maatschappelijke dialoog over kiembaanmodificatie. Dankzij deze subsidie kunnen we daar in Nederland als een van de eerste landen op een serieuze manier werk van gaan maken.’