Het onderzoek laat zien dat de CO2-uitstoot door ontbossing in de jaren ‘60-‘80 lager was dan eerdere studies aannamen. Door de tijdreeks te combineren met andere datasets laten de wetenschappers zien dat tot nu toe de opname van CO2 door onze natuur minder beïnvloed is door klimaatverandering dan voorheen gedacht. De nieuwe studie werd verricht door wetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam, Deltares, Woodwell Climate Research Center, NASA, en Wageningen University and Research. Alle resultaten zijn vandaag gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.
Reconstructie tijdreeks
Voor het inschatten van de CO2-uitstoot in de belangrijkste ontbossingsgebieden in Zuid-Amerika en Indonesië hebben de wetenschappers op een verrassende manier veldmetingen van zichtgegevens gebruikt. Als er veel bosbranden zijn neemt het zicht af door de rookontwikkeling en deze zichtgegevens zijn dus een maat voor de hoeveelheid bosbranden, die in deze gebieden gekoppeld zijn aan ontbossing. “Deze consistente veldmetingen van zichtgegevens bij onder andere vliegvelden gaan veel verder terug in de tijd dan satellietgegevens, en door ze te koppelen aan ontbossing en bosbranden op basis van satellietmetingen voor meer recente periodes zijn we in staat geweest om een eerste consistente wereldwijde tijdreeks te maken van de CO2 uitstoot en daarmee de rol van ontbossing in het mondiale klimaatsysteem te verduidelijken”, aldus gedeeld hoofdauteur Margreet van Marle, voormalig promovenda aan de VU en nu klimaatonderzoeker bij kennisinstituut Deltares.
Stabiele werking koolstofcyclus
Sinds de jaren ‘70 weten we dat ongeveer de helft van onze CO2-uitstoot door de verbranding van fossiele brandstoffen en ontbossing in de atmosfeer blijft. De andere helft van de CO2 wordt weer opgenomen door de oceanen en vegetatie op land. Er is veel onderzoek gedaan naar de vraag of deze verhouding verandert over de lange termijn, mogelijk omdat vegetatie en oceanen door klimaatverandering minder goed worden in het opnemen van CO2. Dit kan leiden tot een versnelling van klimaatverandering omdat er dan meer CO2 in de atmosfeer blijft. Eerdere studies leverden daar bewijs voor maar gaven ook aan dat harde conclusies moeilijk te trekken waren, met name omdat de uitstoot door ontbossing onzeker was en gebaseerd op inconsistente datareeksen.
De nieuwe tijdreeks laat zien dat de uitstoot door ontbossing in eerdere decennia lager is dan volgens eerdere studies. Hierdoor denken de wetenschappers dat een grotere fractie van de totale uitstoot destijds in de atmosfeer bleef. Over de hele tijdreeks van 60 jaar leidt dit tot een negatieve trend: een teken dat de CO2-opname door de natuur gelijke tred heeft kunnen houden met de groeiende uitstoot van fossiele brandstoffen en misschien zelfs efficiënter is geworden over de tijd. Volgens gedeeld hoofdauteur en VU-klimaatonderzoeker Dave van Wees is die negatieve trend nu robuust, maar blijft het gissen naar de oorzaak. “Het kan best zijn dat een aantal van de gevreesde klimaatterugkoppelingen zoals het ontdooien van permafrost of toenemende bosbranden al hun stempel drukken, maar nu nog tijdelijk worden gecompenseerd door andere mechanismen. Verder onderzoek moet dat uitwijzen.”
Implicaties
Volgens VU-hoogleraar mondiale koolstofcyclus Guido van der Werf, die het onderzoek opzette, is het voorlopig moeilijk om conclusies over toekomstige klimaatverandering te trekken. “Wat we vooral hard kunnen maken is dat de grootste nachtmerriescenario’s nog niet zijn uitgekomen en dat er ook eens wat minder slecht nieuws te vertellen valt. Maar we kunnen niet stellen dat we nu meer tijd hebben gekregen om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen. Dit is met name omdat het goede nieuws voornamelijk komt door nieuwe inzichten in de periode ‘60-’80. Voor de laatste decennia lijkt het erop dat de verbeterde efficiëntie tot stilstand gekomen is.”
Beeld: Rook van bosbranden in Bolivia en Brazilië die worden gedetecteerd door de MODIS satellietsensor ten tijde van de bosbranden in 2010. Bron: NASA, Jeff Schmaltz.