De Nederlandse grondwet beschermt personen tegen discriminatie op grond van hun seksuele geaardheid en genderidentiteit. Toch wil dat niet zeggen dat LHBTI+-personen overal geaccepteerd worden. Zo wordt in sommige gesloten culturele en religieuze gemeenschappen geprobeerd om iemands seksuele oriëntatie te onderdrukken of te veranderen via zogenoemde ‘conversietherapie’.
Maatregelen nodig
Uit eerder onderzoek kwam al naar voren dat het fenomeen ‘conversie’ moeilijk precies te definiëren is en dat het vaak moeilijk is om zicht te krijgen op ‘conversietherapie’ in besloten gemeenschappen. Dat alles vermindert niet de politieke wens om in te grijpen. Om meer zicht te krijgen op de manieren waarop ingrijpen mogelijk zou kunnen zijn, onderzochten Regioplan en de VU (in opdracht van de ministeries van OCW en J&V) nadere maatregelen en regelgeving om deze ’therapie’ te voorkomen en te bestrijden.
Maatregelen tegen ‘conversietherapie’ en – in bredere zin – homo-, bi- en transfobie zijn broodnodig, benadrukt onderzoeker Heleen Schols van Regioplan. “Maar dat is geen kwestie van ‘grote stappen, snel thuis’. Uiteindelijk gaat het om een cultuurverandering. Daarvoor is een gedegen pakket aan samenhangende maatregelen nodig, gericht op onder andere het creëren van begrip en stellen van normen.”
VU-theologe Lenneke Post licht toe: “Personen die proberen iemands seksuele oriëntatie, identiteit of expressie te onderdrukken, verbieden of veranderen, doen dit vanuit de diepe overtuiging dat iemand hiermee geholpen is. Door het bieden van onafhankelijke voorlichting, of het investeren in een veilig schoolklimaat en onderwijseisen kun je laten zien dat deze pogingen tot conversie schadelijke effecten hebben in de psychische, sociale en relationele sfeer. Maar ook het faciliteren van een interlevensbeschouwelijke dialoog of ondersteuning door onafhankelijk geestelijke verzorgers kan een belangrijke rol spelen in wederzijds begrip.”
Wettelijk verbod
Ook een wettelijk verbod op ‘conversietherapie’ zou deel kunnen uitmaken van zo’n pakket, blijkt uit het onderzoek. VU-theoloog Leon van den Broeke: "Een wettelijk verbod kan meehelpen om een cultuurverandering in geloofsgemeenschappen op gang te brengen. Een dergelijk verbod kan ook een tegendraads effect hebben, juist in besloten geloofsgemeenschappen waar het wantrouwen jegens de overheid door een harde aanpak wordt bevestigd. Het beeld dat de overheid, ondanks het recht op godsdienstvrijheid, achter de religieuze voordeur probeert te komen, wordt versterkt en vormt een voedingsbodem voor complottheorieën en/of eindtijddenken, en het nog meer terugtrekken op het religieuze erf. Conversie zal dan nog meer in het verborgene plaatsvinden."
Lenneke vult aan: “Bovendien gaat het in Nederland vooral over subtiele en verborgen vormen waarmee wordt gepoogd iemands seksuele oriëntatie, identiteit of expressie te onderdrukken, verbieden of veranderen. En die vormen moet je anders aanpakken. Maar aanpakken is wel nodig! Wij hebben onderzocht wat behalve een verbod nog meer zou kunnen werken.”
Steun in de rug
Heleen: “Maar vergis je niet: een verbod op ‘conversietherapie’ kan wel degelijk grote symbolische waarde hebben. Uit buitenlandse casestudies – waarbij we gesproken hebben met beleidsmedewerkers en vertegenwoordigers van LHBTI+-organisaties – blijkt dat een verbod enorm waardevol kan zijn als steun in de rug voor LHBTI+-personen. Voor hen is het van grote waarde om te weten dat de overheid achter hen staat en dat er een duidelijke grens wordt getrokken."
Meer weten?
Lees ons onderzoeksrapport of neem contact op met VU-theologen Leon van den Broeke of Lenneke Post.