Dit blijkt uit het promotieonderzoek van psycholoog Jeanne Leerssen die onderzocht of depressie bij mensen met slapeloosheid kan worden voorkomen door het inzetten van digitale interventies gericht op het verbeteren van de slaap.
Het blijkt dat digitale cognitieve gedragstherapie voor slapeloosheid (CGT-I) en vooral in combinatie met circadiane ritme-ondersteuning (CRS; licht, bewegen en warme baden op vaste tijden van de dag), verergering van depressieve symptomen en nieuwe depressies kan helpen voorkomen tot ruim drie jaar na een interventie.
Wereldwijde ziektelast
Preventie van depressie bij mensen met slapeloosheid is essentieel om de wereldwijde ziektelast van deze aandoening te verminderen. Het behandelen van slapeloosheid lijkt veelbelovend, maar het is nog steeds onduidelijk of behandeling van slapeloosheid een depressie bij deze patiënten kan voorkomen en hoe de behandeling van slapeloosheid het beste kan worden geoptimaliseerd.
Resultaten
Depressieve klachten namen toe bij de onderzochte deelnemers die geen behandeling kregen. Deze klachten namen juist af bij de deelnemers die cognitieve- en gedrags-opdrachten (CGT-I) kregen, het best bij degenen die daarbij ook nog circadiane ritme opdrachten (CRS) kregen. Slapelozen met een verhoogde kans op depressieve klachten hebben het meeste baat bij het uitvoeren van een combinatie van cognitieve-, gedrag-, en circadiane ritme opdrachten. Zo'n behandeling kan op lange termijn een effectieve preventie van depressieve klachten bieden.
Leerssen volgde in een tweede studie een andere groep van slapelozen nog langer, namelijk ruim 3.5 jaar nadat zij behandeling voor slapeloosheid hadden gekregen. Het bleek dat de groep die een combinatie van cognitie- en gedrag- en circadiane ritme opdrachten deed, minder vaak een diagnose depressie kreeg dan deelnemers die alleen cognitie- en gedrag-opdrachten deden of helemaal geen behandeling kregen.
De combinatie interventie lijkt de meest effectieve preventie van alles wat daarvoor geprobeerd is.