Patronen zien we overal: onze vingerafdrukken, de rode stippen van waterpokken, de strepen op een zebra, of de stromingen in de atmosfeer en oceanen die het klimaat beheersen. Er is veel bekend over hoe zulke patronen ontstaan, maar we kunnen nog steeds niet goed voorspellen hoe die patronen zich op de langere termijn ontwikkelen. Voor het analyseren van de niet-lineaire problemen die de ingewikkelde dynamica beschrijven, gebruik ik in mijn onderzoek een combinatie van wiskunde en computerberekeningen.
De wiskundige modellen waarmee we patronen in materialen, vloeistofstromingen en ecologische systemen beschrijven, zijn vaak pas goed te begrijpen wanneer we de resultaten van computersimulaties bekijken. Het grote voordeel van een computer is dat hij zeer snel kan rekenen aan bijzonder grote problemen. Bij het vertalen van de analoge werkelijkheid naar de digitale wereld van de computer gaat echter ook iets verloren: het is niet altijd duidelijk hoe betrouwbaar de uitkomst is. Het sterke punt van abstracte wiskunde is juist dat die ons helpt om heel precies te bepalen wanneer we de plaatjes die een computer ons laat zien ook echt kunnen vertrouwen.