Locatie
De drie plekken die de wetenschappers aanwijzen als mogelijke vindplaats van Tanja vinden zijn gelegen op de Strabrechtse Heide. Het is een andere plek dan waar de politie eerder zocht. De onderzoekers willen de plaats niet precies noemen om te voorkomen dat mensen zelf onderzoek gaan doen.
Onderzoek
Het onderzoeksteam deed alleen onderzoek naar een waarschijnlijke begraafplaats. Deze nieuwe aangewezen plaats is vastgesteld op basis van wetenschappelijk onderzoek, grondradarbeelden en bodemonderzoek. Peter van Koppen en zijn onderzoeksteam van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Maastricht doen al jaren onderzoek naar de verdwijning van Tanja. In 2018 werd mede door een groep studenten een rapport geschreven voor de politie en het Openbaar Ministerie (OM). Toen het OM meldde geen nader onderzoek te doen op basis van de wetenschappelijke analyse, nam het onderzoeksteam onder leiding van van Koppen het initiatief om zelf verder te zoeken.
Graven door politie
De aanwijzingen voor de mogelijke begraafplaats zijn overdragen aan de politie. De plek moet immers door gekwalificeerde technische rechercheurs uitgegraven worden om te voorkomen dat sporen verloren gaan. Inmiddels is bekend geworden dat de drie aangewezen plekken niet hebben geleid tot het graf van Tanja. Het Openbaar Ministerie concludeert op basis van onderzoek van het Nationaal Forensisch Instituut, forensische opsporing en Staatsbosbeheer dat de 'grondverstoringen' die de wetenschappers vonden, konijnenhollen zijn.