Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Onderzoek bij NT2-leerders naar de bereidheid om te spreken

29 september 2022
Spreken is goud – onderzoek bij NT2-leerders naar de bereidheid om te spreken

NT2-docent Anne Belder schreef voor haar masteropleiding Nederlands als Tweede Taal een scriptie met als titel ‘Spreken is goud’ (2022). Haar afstudeerstage was dan ook bij de TU Delft, waar voor het NT2-onderwijs de Delftse methode wordt gebruikt. Kortgezegd leert de cursist daarbij de taal door zo veel mogelijk Nederlands te luisteren, na te zeggen en te spreken met andere cursisten.

Anne heeft onderzocht hoe belangrijk de factor communicatiebereidheid is voor de spreektijd en interactie van de taalleerder op de TU Delft. Zij vond in haar onderzoek geen direct verband hiertussen, maar constateerde dat de rol van de docent het verschil maakt. Door het stellen van gevarieerde vragen kan een docent iedereen een kans bieden om te spreken. “Communicatiebereid of niet, er zijn vele manieren waardoor een cursist een lange spreektijd kan opbouwen en zo succesvol een tweede taal kan leren,” aldus Anne in haar scriptie.

We stelden Anne, die inmiddels les geeft met drie verschillende methodes, enkele vragen over haar onderzoek.

Hoe heb je je onderzoek opgebouwd? 
Ik heb eerst veel literatuuronderzoek gedaan naar factoren die bijdragen aan spreektijd van taalleerders. Uiteindelijk kwam vooral het concept  ‘willingness to communicate’ (WTC) oftewel de communicatiebereidheid als grootste factor naar voren. Daarom heb ik ervoor gekozen, samen met TU Delft, om te kijken of in mijn onderzoek die link ook gelegd kon worden. Vervolgens heb ik data verzameld van spreektijden per cursist tijdens 16 verschillende lessen, in totaal ruim 12 uur. Hoe lang is de spreektijd en wat zijn de kenmerken ervan? Daarna heb ik nog enkele cursisten geïnterviewd.

En, heb je die link gevonden?
Een directe link met communicatiebereidheid heb ik niet kunnen vaststellen. Daar was ik stomverbaasd over, omdat uit andere onderzoeken die conclusie wel getrokken werd. Het was eerlijk gezegd ook een beetje frustrerend, want waardoor hebben cursisten dan wel of geen spreekangst?

Wat heb je wél gevonden?
De docent heeft het grootste aandeel in de spreektijd. Logisch, maar het is goed om je daarvan bewust te zijn. Verder heb ik gevonden dat de spreektijd per les varieert voor elke cursist. Ook de cursisten met de langste spreektijd in hun groep hebben soms een kortere spreektijd bij bepaalde lessen. Kortom, de communicatiebereidheid varieert per les. Het lijkt geen vast gegeven van een cursist te zijn.

Waar hangt die spreektijd dan vanaf in jouw onderzoek?
Door alle cursisten werd het onderwerp als belangrijke factor genoemd. De moeilijkheidsgraad daarvan, maar ook de interesse en/of voorkennis van de cursist. Bijvoorbeeld over een les met een politiek onderwerp zei een cursist: “I had zero idea what's happening in Netherlands politics. So I just had no information.” Er lijkt dus een duidelijk verband te zijn tussen het onderwerp en de communicatiebereidheid, wat zich wél vertaalt naar een kortere of langere spreektijd. Sommige cursisten spreken meer uit zichzelf als docenten vragen naar hun eigen ervaring of mening, terwijl anderen het veiliger vinden om bijvoorbeeld vragen over de tekst of algemene kennis te beantwoorden.De data uit de interviews bevestigen de literatuur: de (waargenomen) moeilijkheidsgraad en het onderwerp zijn van belang.

Wat is je belangrijkste conclusie voor spreekvaardigheidsonderwijs?
Uit de interviewdata blijkt dat er sprake is van een ‘dynamische communicatiebereidheid’: veel cursisten benoemen dat hun communicatiebereidheid afhing van verschillende factoren en dat deze bereidheid ook veranderlijk was. Verschillende cursisten hebben verschillende voorkeuren: voor onderwerpen, voor vragen, voor participatiestructuren. Daarnaast speelt een goede voorbereiding van sprekers op een spreektaak een niet te verwaarlozen rol.

Wat wil je NT2-docenten meegeven vanuit je onderzoek?
Het handelen van de docent kan de doorslaggevende factor zijn voor het creëren van spreektijd bij een cursist, ongeacht of deze cursist een hoge of lage mate van dan wel statische, dan wel dynamische communicatiebereidheid heeft. Communicatiebereidheid is niet het wondermiddel voor het creëren van spreektijd. Wanneer de docent inspeelt op het leergedrag van de cursist met een korte spreektijd, door bijvoorbeeld goed voor te bereiden en meer directe vragen aan de cursist te stellen, krijgt deze extra spreekkansen. Belangrijk is dus het hebben van een open geest en een gevarieerd aanbod aan vragen, onderwerpen en interactietypes, zodat iedereen de kans krijgt en aanneemt om te spreken. Communicatiebereid of niet, er zijn vele manieren waardoor een cursist toch een lange spreektijd op kan bouwen en zo succesvol een tweede taal kan leren.

Hoe pas je dit zelf toe in je lessen?
Ik probeer zelf zo min mogelijk aan het woord te zijn en ik laat de cursisten zoveel mogelijk met elkaar praten, niet met mij als docent. Voor de docent is spreken ‘gewoon ’zilver!“