De aanleiding voor het onderzoek is de grote hoeveelheden gegevens die de politie verwerkt bij onderzoek uit online platformen, digitale markten en communicatiediensten en de overdracht daarvan naar de rechtszaal. Het is een tijdrovend proces om bewijs te vinden in deze grote hoeveelheden tekst, beelden en andere data en dit bewijs vervolgens in de rechtszaal te krijgen. Kunstmatige intelligentie hulpmiddelen vormen een kansrijke mogelijkheid om dit efficiënter en effectiever te maken. Op dit moment zijn er echter geen duidelijke richtlijnen voor zulke hulpmiddelen. AI4Intelligence laat de ontwikkeling van gereedschappen, het gebruik door rechercheurs, en juridische richtlijnen samenkomen zodat het bewijs uit het onderzoek te vertrouwen is en kan worden geaccepteerd in de rechtszaal.
Stevens en Galič gaan zich richten op het ontwikkelen van een juridisch kader voor het gebruik van door AI gegenereerd bewijs in het strafproces. ''Dergelijk door algoritmen gegenereerd bewijs – denk aan enorme hoeveelheden digitale data die bijv. uit cryptotelefoons worden gefilterd en belangrijk bewijs vormen voor liquidaties – roept immers de vraag op hoe het kan worden gecontroleerd (door de rechter) en betwist (door de verdediging) op betrouwbaarheid en relevantie. Hoe kunnen het recht op een eerlijk proces en het beginsel van de equality of arms hier worden gewaarborgd?''