“Misschien hadden we een pandemie nodig om in te zien dat de Nederlandse overheid het niet alleen redt en dat juist particulier initiatief en maatschappelijke betrokkenheid ons overeind houden,” aldus Theo Schuyt. “In 2004 schreef ik al dat filantropie maatschappelijk onmisbaar is, maar politiek onzichtbaar. Dat blijkt in deze coronacrisis opnieuw”.
Schuyt werd in 2001 aan de VU - als eerste in Europa - benoemd tot hoogleraar filantropie. In 1995 startte hij met het tweejaarlijkse onderzoek Geven in Nederland, waarbij het geefgedrag van huishoudens, individuen, fondsen, bedrijven en goededoelenloterijen in kaart wordt gebracht.
Met Filantropie wil Schuyt afrekenen met de dominante beeldvorming van filantropie als een exclusief speeltje van de rijken. “De eerste associatie van veel mensen bij filantropie is miljonairs en miljardairs. Of witwassen, of het men ziet in filantropie een bedreiging voor de verzorgingsstaat. Maar filantropie is gewoon een ander woord voor maatschappelijke betrokkenheid.”
“Alle samenlevingen hebben daarvoor ethische normen en regels. Als mensen het niet redden, en geen familie hebben om op terug te vallen, geen markt of overheid die ze ondersteunen, is er altijd nog een vangnet. Bijvoorbeeld religieuze organisaties of de goededoelensector,” vertelt Schuyt. “Filantropie is van alle mensen en komt in alle samenlevingen voor. Elke samenleving heeft een familiestructuur, een economische markt, een overheid en ze hebben allemaal maatschappelijke betrokkenheid.”
In Nederland zijn hier tal van voorbeelden van, vertelt Schuyt. “Een voorbeeld: de brandweer. Het Nederlandse brandweerkorps bestaat voor het overgrote deel uit vrijwilligers. Van de in totaal 24 duizend brandweerlieden zijn er 5 duizend betaald, 19 duizend zijn goed opgeleide vrijwilligers. En kijk eens naar de KNRM, een filantropische organisatie, met ruim 1400 vrijwilligers en 100.000 donateurs. Dat lijkt Den Haag zich niet te realiseren of te benoemen.”
Daarom roept Schuyt politici op particulier initiatief juist te omarmen, om de afstand tussen overheid en burger te verkleinen. “Vertrouwen krijg je als je het geeft. De kern is dat er veel maatschappelijke betrokkenheid is in Nederland. Denk aan energiecollectieven, woningbouw, voedsel, lokale en circulaire economie. Overal zijn bewegingen opgericht door en voor burgers.”
Met zijn boek wil Schuyt vanuit wetenschappelijke zijde een bijdrage leveren aan het actuele debat over de toekomst van Nederland. Daarnaast grijpt Schuyt dit boek aan om een lans te breken voor filantropologie als erkende wetenschappelijke richting. “De VU is als eerste begonnen met empirisch onderzoek naar maatschappelijke betrokkenheid. Dit boek is ook bedoeld als een legitimatie van het vakgebied,” zegt Schuyt. “Als er een maatschappelijke systeemfunctie is hoort daar een wetenschap bij. Elke universiteit heeft een Faculteit economie, bedrijfskunde, bestuurskunde en organisatiewetenschappen. Niemand heeft een Faculteit betrokkenheid, civil society, particulier initiatief.”
Filantropie – Hoe maatschappelijke betrokkenheid ons helpt te overleven is donderdag 30 september verschenen bij Boom uitgevers. Ter lancering van het boek vond een (online) symposium plaats op de VU, gepresenteerd door Charles Groenhuijsen. Laetitia Griffith nam het eerste exemplaar van het boek in ontvangst. Meer informatie vindt u hier.