Wat het brein ons kan leren over lage rugpijn
Lage rugpijn is een van de meest voorkomende gezondheidsklachten. Vaak helpt fysiotherapie om weer beter te bewegen, maar veel mensen blijven toch pijn houden. Fysiotherapeut en onderzoeker Sabrine Klerx keek daarom niet alleen naar de spieren en bewegingen, maar ook naar de rol van het brein.
In haar onderzoek onderzocht Klerx hoe pijn, veranderd bewegen en hersenactiviteit samenhangen. Ze ontwikkelde en testte een nieuwe methode, de spiral tracking test, die beweging en controle van de rug op een objectieve manier kan meten. De test bleek betrouwbaar: de uitkomst is stabiel, ongeacht wie hem uitvoert. Dat maakt hem veelbelovend voor toekomstig gebruik in de praktijk.
Daarnaast vond Klerx verschillen in hersenactiviteit tussen mensen met en zonder lage rugpijn. Ook zag ze dat preciezer bewegen en minder pijngevoeligheid vaak samengingen met veranderingen in het brein, vooral bij een spier diep in de rug. Dit wijst erop dat er bij lage rugpijn een onderliggend mechanisme in het brein meespeelt.
Nog niet direct toe te passen
Voorlopig is het bewijs nog niet sterk genoeg om direct de behandeling in de praktijk aan te passen. Toch bieden de resultaten belangrijke aanknopingspunten. Ze onderstrepen dat lage rugpijn meer is dan alleen stijve spieren: het brein speelt mogelijk een grotere rol dan we dachten.
Als vervolgonderzoek dit bevestigt, kan dit leiden tot nieuwe behandelingen die niet alleen gericht zijn op wat we zien aan de buitenkant, maar ook op hoe het brein pijn en beweging aanstuurt. Dat zou een grote stap vooruit kunnen betekenen voor de vele mensen die dagelijks hinder ondervinden van lage rugpijn.
Meer informatie over het proefschrift