Wie ziek is, wil zo snel mogelijk beter worden. Wie chronisch ziek is, wil zo goed mogelijk met de ziekte, aandoening of beperking kunnen omgaan en leven. Maar het liefst willen we allemaal gezond zijn en blijven. Onder het motto ‘voorkomen is beter’ zet de VU zich in om dat zo goed mogelijk te kunnen bewerkstelligen. Met onderwijs, onderzoek en samen met partners.
Gezond leven blijkt niet altijd makkelijk. We zitten veel, en bewegen en sporten te weinig. We ervaren steeds vaker en op steeds jongere leeftijd stress op school, tijdens studie en in ons werk. We eten te ongezond, daartoe onder meer verleid door het uitgebreide assortiment in de supermarkten. En drinken, roken, blowen of een pilletje nemen is voor een groeiende groep binnen onze samenleving een vaste gewoonte.
Tegelijkertijd leven we langer, wat onze planeet steeds meer belast. Door beperkingen of ziekte kunnen steeds grotere groepen mensen op steeds jongere leeftijd minder of niet participeren in onze samenleving. Onze vraag naar zorg neemt toe, terwijl de financiering ervan en de beschikbaarheid van personeel nu al grote knelpunten zijn. Dit alles heeft zijn weerslag op de arbeidsmarkt, de economie, onze hele samenleving.
Hoe verdelen we met steeds meer mensen de beperkt beschikbare zorg zo duurzaam en rechtvaardig mogelijk? Hoe ondersteunen we mensen om gezond te leven en helpen we hen om hun gezondheid en welbevinden te bevorderen? Hoe kunnen we zo tijdig en goed mogelijk diagnosticeren en mensen beter maken? Hoe verkleinen we gezondheidsverschillen tussen sociale groepen? Hoe versterken we de eigen regie en verwezenlijken we meer grip op eigen gezondheid en (chronische) ziekte? En hoe houden we de zorg toekomstbestendig, toegankelijk en kwalitatief hoogstaand? Al deze vragen staan centraal in het onderwijs en onderzoek van het VU-profielthema Human Health and Life Sciences.
Gezond blijven
We willen helpen voorkomen dat mensen gezondheidsproblemen krijgen, en mensen stimuleren zo lang mogelijk te blijven meedoen aan de samenleving. In onze aanpak staan de persoonlijke situatie en leefomgeving van mensen centraal. We kijken bijvoorbeeld ook naar het leven thuis, op school, op het werk, de fysieke leefomgeving en het sociale netwerk.
Zo onderzoeken we de invloed van suiker in frisdrank op het lichaamsgewicht en de impact van de verpakking of aankoopplek op het eetgedrag van ouders en scholieren. Met onderzoek naar prestatiedruk, schermgebruik en slaap analyseren we hoe we het mentale welzijn van tieners kunnen verbeteren. En we zorgen dat mensen al jong beseffen hoe ze met de juiste voeding, beweging en leefstijl hun biologische leeftijd kunnen verlagen.
Vroegtijdig ingrijpen
Reeds aanwezige aandoeningen willen we vroegtijdig opsporen en zo gunstig mogelijk laten verlopen. Dankzij cohortstudies onder veel verschillende groepen in onze samenleving krijgen we wetenschappelijk inzicht in de gezondheidsverschillen tussen vrouwen, mannen en mensen met verschillende culturele of sociale achtergronden. En op basis van interventiestudies weten we steeds beter welke behandelingen wel en niet werken voor mensen met bijvoorbeeld obesitas, kanker, een hart- of spierziekte, verslaving, psychische of neurologische stoornis. Zo kunnen we iemand met een verhoogd risico of genetische aanleg voor een bepaalde ziekte of aandoening beter volgen, gezondheidsproblemen vroegtijdig opsporen, en persoonlijker behandelen.
Grip op ziekte hebben
Daarnaast helpen we mensen om meer grip op hun ziekte en gezondheid te krijgen, en om hun kwaliteit van leven te verhogen wanneer hun ziekte of aandoening langdurig of chronisch blijkt. Zo weten we bijvoorbeeld dankzij de eerdergenoemde cohort- en interventiestudies hoe mensen beter kunnen leren omgaan met ziektes als Alzheimer, MS of autisme. Met VR verminderen we bij mensen met de ziekte van Parkinson het gevoel dat hun voeten ‘vastgeplakt’ zitten. En we maken kwetsbare ouderen bewust van het belang van voldoende bewegen en voedzaam eten, zodat ze verminderde zelfstandigheid door verlies van spierkracht en bijvoorbeeld een val beter kunnen voorkomen.
Metropoolregio Amsterdam toonaangevend
Op de VU-campus maken we gebruik van hypermoderne faciliteiten en technologieën. Zo kunnen we bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer vroegtijdig opsporen, de kans op blindheid verkleinen voor mensen met een oogziekte, slokdarmkanker beter en betaalbaar diagnosticeren, astma effectiever behandelen en neurologische afwijkingen haarscherp in beeld brengen. Met de nabijheid van de twee universitaire medische centra van Amsterdam UMC, het European Medicines Agency (EMA), het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), de Universiteit van Amsterdam, de Hogeschool van Amsterdam, diverse mooie start-ups en de krachtige clustering van bèta- en medisch-wetenschappelijk onderzoek, hebben we in Amsterdam een toonaangevende positie in de bewegings-, gezondheids- en biowetenschappen.
Mens en leefomgeving
Wie als huishouden te maken heeft met werkloosheid, schulden, onderwijs- en huisvestingsproblemen, ziet minder kans om actief bezig te zijn met een gezonde leefstijl. Binnen het profielthema werken we dan ook veel samen met burgers en maatschappelijke partners, zoals de gemeente, schuldsaneerders en onderwijscoaches. Ook onderzoeken we bijvoorbeeld hoe we buurten in Amsterdam zo kunnen inrichten dat mensen meer gaan bewegen. Denk aan autoluwe straten, veilige speeltuinen, gezonde scholen en kantines en
toegankelijke wegen voor ouderen en mensen met een beperking. De kennis die we in Amsterdam opdoen, delen we met beleidsmakers bij overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke partners en innovatieve bedrijven. En die wordt vervolgens regionaal, landelijk en zelfs wereldwijd benut. Zo werken we iedere dag samen aan een vitale toekomst voor iedereen.